Dit is het verhaal over hoe een podcast je triggert om een trendrapport te lezen dat op zijn beurt vraagt om na te denken en waar een veel te lange, edoch gepassioneerde blogpost uit ontstaat. Ik moet je nu al waarschuwen, deze tekst zal toch al snel 9 minuten van je kostbare tijd innemen.

Wat doet een mens zo op vrijdagavond? Pinten drinken, uit eten, dansen, op vrouwenjacht trekken met vrienden (maar dan niet op zijn Keulens), lekker koken, een avondje voor de buis (allez flatscreen) met The Voice, … Of een trendrapport lezen, zoals ik gisteren.

Dat is allemaal de schuld van Fredo De Smet en zijn kornuiten. Ik heb sinds kort Gent M ontdekt, wat dat precies is, laat ik ze liever zelf uitleggen. Ik ben maar een bewonderaar.

Fichekaartjes en een Stella Artois

Deze week publiceerden zij de vijfde aflevering van hun Podcast ‘How Life Works‘, Bart De Waele was te gast. Ken je Bart? In het land der digitale analfabete Vlamingen is De Waele koning. Een dwaze omschrijving die eigenlijk nergens op slaat. En toch laat ik ‘m staan. Laat ik voor zij die Bart niet kennen de omschrijving van het Gent M-gezelschap lenen:

‘De naam Bart De Waele of ‘Netlash‘ brengt allerlei meningen, vooroordelen, geruchten en onverholen bewondering boven. Bart is het gezicht van een succesvol digital agency (Wijs) , de bezieler van het Online Trendrapport , selfmade man, uitgesproken early adopter, liefhebber van goed leven, adviseur en mede-oprichter van meer bedrijven dan een doorsnee sterveling kan behappen, de man van Gudrun, gedreven spreker en overall slimme vent.’

Ziezo. Een wreed interessante podcast, dus. Die er meteen voor zorgde dat ik die negende editie van het Online Trendrapport heb gedownload. Vervolgens heb ik een paar fichekaarten genomen, je kent ze wel, waar vroeger straffe kwissers hun kennis letterlijk mee verzamelden. Ik heb me een Stella Artois uit de koelkast genomen en ik heb om een of andere duistere reden de playlist ‘Rolling Stone 100 best songs of the decade‘ van Spotify opgelegd. Daarna kon het doorploegen van trends beginnen.

Zoals elk goed trendrapport betaamt, begint het met uit te leggen dat er al genoeg trendwatchers en toekomstvoorspellers zijn, en dat de toekomst voorspellen eigenlijk onmogelijk is. Tja, waarom kom je dan met een trendrapport? Maar goed, Bart De Waele daagt zijn lezers meteen uit om na het lezen van het rapport zelf eens na te denken over de toekomst. Een faire deal, dacht ik. Die fichekaarten gaan nog van pas komen.

#blogfrenetiek: mijn online trendrapport
De computer, de Stella Artois & de fichekaartjes om het Online Trendrapport door te ploegen.

Mijn zwakke plek, mijn pen

Terwijl ik las, draaide mijn bovenkamer op volle toeren. Al die slimme mensen die vanuit hun expertise een of andere trend waarnemen of voorspellen. Het moet gezegd, de ene bijdrage is al interessanter dan de andere. Maar wie ben ik? Adblockers, mobile first, roereieren, het internet der dingen, algoritmes, altruvatie begot, daar weten al die kerels veel meer over dan ik.

Tot ik rond een uur of negen plots op pagina 54 op deze titel botste: ‘Digitale transformatie geeft in 2016 meer dan ooit kansen aan het geschreven woord‘. Een bijdrage van Geert Degrande, schrijver, journalist, innovator.

Ik ga hier niet beweren dat ik meer weet over schrijven dan Geert. Verre van. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat zijn naam zelfs geen stil belletje bij me deed rinkelen. Maar hij slaagde er wel in me te raken op mijn zwakste plek. In mijn pen.

Als mensen me vragen wat ik het liefst van al doe – naast fundamenteel lui zijn – dan is het schrijven. De chaos die zich kenmerkt in mijn hoofd slaagt er enkel in op een ordentelijke manier met de wereld te interageren wanneer ik achter mijn klavier zit. Ik ben waarschijnlijk de traagst tikkende 27-jarige Millennial van de wereld, maar het tikken van de lettertoetsen bezweert mijn brein. Voor heel even structuur, voor heel even rust. Voel je het ook? Ik kan het alleen maar hopen.

Technologie, een tweesnijdend mes

Ik grijp nu even terug naar de uitdaging van Bart De Waele: hoe denk ik over de toekomst? Hoe ga ik die vorm geven?

Sommigen beweren zelfs dat goudvissen een langere aandachtsspanne hebben dan de gemiddelde mens.

Wel, ik zit met een vrees. Een tegenstrijdigheid waar ik almaar harder tegenop zie.

Ik ben geprikkeld door technologie.

Ik ben benieuwd wat voor technische snufjes wij als mens nog zullen uitvinden om ons leven gemakkelijker te maken. En hoe die snufjes op hun beurt er weer voor zorgen dat wij als mens veranderen. Denk bijvoorbeeld aan het feit hoe internet en toegang tot informatie ons geleerd heeft om die grijze massa anders te gaan gebruiken. Je moet niet alles opslaan in je geheugenkamer zoals van onze ouders verwacht werd. Als je iets wil weten, kun je het gemakkelijk opzoeken. We hebben opeens een groot deel van de intrinsieke capaciteit van ons brein ter beschikking om er andere dingen mee te doen. De discussie of vaardigheid belangrijker is geworden dan kennis lijkt mij nog altijd actueel.

Ik ben bang voor technologie.

Een ander gevolg van die technologie is dat ons brein almaar minder in staat is om zijn aandacht bij de les te houden. Sommigen beweren zelfs dat goudvissen een langere aandachtsspanne hebben dan de gemiddelde mens. Hoewel het tegenstrijdig lijkt met wat ik in de paragraaf hierboven beweer, it makes sense. Sinds internet worden we overspoeld met media: kranten, websites, nieuwsbrieven, apps, radio, pushmeldingen, televisie, … Daardoor zijn we heel kieskeurig en lui geworden. Wie zijn verhaal niet op de juiste manier aanreikt, verdwijnt in de massa.

Zullen mensen het in de toekomst nog kunnen opbrengen om lettergrepen aan elkaar te plakken, er woorden van te maken, die dan in combinatie met elkaar een zin laten vormen en een noodzakelijk deel van een verhaal te verworden?

Vandaar mijn vrees voor de toekomst van het geschreven woord. Een tekst lezen vergt nu eenmaal meer inspanning dan naar een podcast te luisteren of naar een filmpje te kijken. (Ik vraag me oprecht af hoeveel van de lezers van deze blogpost effectief tot het laatste punt zullen lezen. Je zit al ruim over de helft. Nog even volhouden.)

Mix van Twitter en Snapchat

Ik weet gelukkig een ding zeker: ik zal in de toekomst teksten blijven schrijven, dat is een kwestie van mijn persoonlijke mentale gezondheid. Maar zullen mijn teksten nog gelezen worden? Zullen mensen het in de toekomst nog kunnen opbrengen om lettergrepen aan elkaar te plakken, er woorden van te maken, die dan in combinatie met elkaar een zin laten vormen en een noodzakelijk deel van een verhaal te verworden?

Je ziet het nu al: snoodaards die een aanleg hebben voor bewegend beeld scheren hoge toppen. Of het nu op Youtube is waar je in 5 minuten levensproblemen uit de weg ruimt of op Instagram of Vine waar je in hoofdstukken van een aantal seconden prachtige verhalen kan brengen. En dan heb ik het nog niet over Snapchat.

Ik heb uit radeloosheid al eens zitten denken: misschien moet ik een Snapchat beginnen die zich toelegt op tekst. Een soort mix van Twitter met Snapchat. Kort, to the point en vergankelijk. Die eerste twee zijn meestal niet mijn kwaliteit. Toch, ik moet het maar eens proberen.

Dan denk ik verder. Vandaag bestaat media nog uit tekst, of beeld, of geluid. Maar aan de snelheid waarmee onze technologie evolueert, lijkt het me niet eens zo gek dat ik nog zal leven wanneer we in staat zullen zijn informatie op te nemen zonder te kijken of te luisteren. Wie weet is de volgende communicatievorm een soort straling die het nieuws en de informatie die jou interesseert gewoon in je hersencellen oplaadt. Floep en erin. Zonder dat je enig zintuig nodig hebt.

Mensen zeggen soms dat ik te hard kan fantaseren.

Een troost

Verbaast het jullie dan dat ik troost vond in de tekst van Geert Degrande? Hij ziet sterke signalen dat het woord in de periode van digitale transformatie toch stand zal houden. Hij haalt daarin het voorbeeld aan van ‘embedded journalisten’, die ingezet worden om de transparantie en authenticiteit, die iedereen vandaag eist, in werkelijkheid om te zetten. Leiders laten dieper in hun ziel kijken om verbindende verhalen op te tekenen. En dan is er de vierde macht: in een maatschappij waar snelheid en tijd de nieuwe currency is, zal diepgravende onderzoeksjournalistiek aan belang toenemen.

Een ideaal moment om deze bedenkingen af te sluiten.

Om maar te zeggen dat ik door die bijdrage van Geert Degrande op pagina 59 van het Online Trendrapport gestrand ben. Enigszins gerustgesteld, dat ook. Beste Bart, echt een trend formuleren was dit niet. Het was wel een oprechte poging. Bedankt voor het Online Trendrapport. De overige pagina’s zijn voor de volgende dagen.

Bedenkingen over deze gedachtenstroom? Laat hieronder gerust iets weten. Denk je dat anderen dit stuk ook graag zouden lezen? Deel het gerust. Maar dat moet zeker niet, he. Ik ben al blij dat je tot hier gelezen hebt.

Tot de volgende

F.

 

 

5 gedachtes over “Het frenetieke trendrapport: wat met het geschreven woord?

  1. Mij heb je kunnen boeien tot het laatst. Ik zal ook blijven schrijven al ben ik de laatste vis in de bokaal :-). Maar toch geruststellend, die bijdrage :-)

    Like

  2. Mijn dochter leest geen handleiding vb spelletjes technieken om iets te maken. Ze ziet ze op YouTube. Er is wel degelijk iets aan het veranderen.
    Nog een voorbeeld.
    YouTube in Duitsland groter dan de textbom Facebook.

    Geliked door 1 persoon

    1. Ik zie het ook bij mijn jongeren neven. Zij zullen bij wijze van spreken nooit een Ikea-kast in elkaar passen met een papieren/online plannetje. Even een filmpje checken op Youtube maakt het veel gemakkelijker.

      Geliked door 1 persoon

Wees krankzinnig eerlijk & reageer