De waarheid ligt niet in het midden, ze ligt in scherven uit elkaar

De waarheid ligt niet in het midden, ze ligt in scherven uit elkaar

Ik heb geroepen. Ik heb voor me uit zitten staren. Ik heb geweend. Toen die verschrikkelijke beelden uit Bataclan mijn netvlies bereikten leek het alsof mijn ogen zeiden: ‘Dit wil je niet zien.’ Toch bleef ik kijken, uit pure verbijstering.

Ik had me voorgenomen om geen #blogfrenetiek aan deze ramp te wijden. Het spijt me ergens nu al dat ik eraan begin. Het vreet aan me mocht ik het niet doen.

Het is erg om zeggen, maar ondertussen weet iedereen hoe het mensdom op gebeurtenissen als die van 13/11 reageert. We kennen de routine. We zijn er ondertussen voldoende in getraind. In eerste instantie staan we collectief perplex. We willen weten wat er gebeurd is. We betuigen ons medeleven, elk op zijn manier.

Druppelsgewijs loopt er nieuws binnen. De eerste schuldigen worden aangewezen, de eerste meningen worden gevormd. Stilaan kiest iedereen kant (of beter: iedereen heeft al lang kant gekozen, maar neemt nu ook publiekelijk dat standpunt in), er verschijnen meningen over meningen. Meningen over meningen over meningen en reacties op reacties over meningen over meningen over meningen.

Ik probeerde het dit weekend allemaal te volgen. Discussies of de terroristen al dan niet professionals zijn. ‘Wie een vol stadion wil doen ontploffen en daar maanden voorbereiding voor treft, komt toch niet te laat’, las ik ergens, ik weet al lang niet meer waar. Wie zal het zeggen? Komt de waarheid ooit aan het licht?

Op Facebook verdwaalde ik in opiniestukken die religieuze teksten, theologen en profeten citeren. Allemaal mensen op zoek naar een waarheid, een verklaring voor de barbaarse aanslagen. Is de Islam gewelddadig van natuur? Of interpreteren die kerels van IS of Daesh – Wat is het eigenlijk? – de Koran naar hun meedogenloze goesting? Moeten moslims zich voor de zoveelste keer verontschuldigen voor die radicale marginalen die het voor iedereen verprutsen?

Ik ben niet in staat, noch geplaatst om een zinnig antwoord op dergelijke vragen te geven. Dat laat ik aan anderen over. Ik heb er in mijn leven een soort sport van gemaakt om mensen er telkens op te wijzen dat de waarheid ergens in het midden ligt. Deze keer moet ik bekennen dat ik ongelijk heb.

De waarheid ligt in duizenden scherven uit elkaar.

Ik vrees dat we die scherven nooit meer bijeen geveegd krijgen. We zullen het moeten doen met de antwoorden die we vinden. Onderstaande stukken hebben voor mij het aantal scherven al aanzienlijk gereduceerd.

  1. The Atlantic: What ISIS really wants
  2. The Guardian: Why ISIS fights
  3. Vox.com: The perfect response to people who blame Islam for ISIS

Terwijl de publieke opinie zich nog via allerlei fora beraadde of de oorlogsverklaring van de Franse president Hollande een aangewezen reactie of een verschrikkelijke dwaling is, raakte bekend dat België niet vrijuit gaat. Meer zelfs: België is de plek waar al die waanzin de ruimte kreeg om te kiemen en uit te groeien tot een kwaadaardig plan.

Sta me toe hier drie opiniestukken te delen die voor voorzichtigheid pleiten:

  1. Patrick Loobuyck: ‘Het is bang duimen voor redelijkheid nu…
  2. David Van Reybrock: ‘U bent erin getuimeld, met open ogen nog wel, Monsieur le Président
  3. The Ron Paul Institute: ‘Paris, you don’t want to read this

Maar dus, Sint-Jans-Molenbeek werd het gespreksonderwerp, van in de diepste, donkerste krochten van het web, tot in de allerhoogste echelons van onze wereldmacht. Het grootse probleem: voor de zoveelste keer leken niet alle wegen naar extremisten in vochtige grotten hier ver vandaan te leiden, maar naar het Chicago van Brussel. De eerste keer kan je nog spreken over toeval, de tweede keer over pech, de derde keer moet iedereen jammer genoeg erkennen dat Sint-Jans-Molenbeek een serieus probleem heeft.

De wereld kijkt toe.

Ik voel me bekeken.

Ik ben nochtans niet het soort Molenbekenaar die iedereen angst inboezemt. Ik ben nu eenmaal geen moslim. Maar waar ik ook kom, vragen mensen: ‘Hoe is het daar nu in Molenbeek?’ Om het antwoord uit de weg te gaan, reageer ik met een heel foute grap. ‘Alles dik in orde, ik woon in de uitvalsbasis van de slechterik.’ Er wordt wat onwennig gelachen, er is geen reden meer om het gesprek verder te zetten.

Ik heb daar ondertussen spijt van. Mijn lief kwam vanavond thuis. Ze was kwaad, ambetant. ‘Ontkennen dat er van alles fout loopt in Molenbeek is nog dwazer dan de opwarming van de aarde te ontkennen. Maar dat wil niet zeggen dat elke moslim in Sint-Jans-Molenbeek zich moet verontschuldigen voor wandaden waar zij evenveel mee te maken hebben als ik. Onze bakker durfde me met moeite aan te kijken.’

Daarom wil ik mijn flauwe antwoord op de vraag die ik van iedereen kreeg ‘Hoe is het daar in Molenbeek?’ even rechtzetten. Ik heb geen flauw idee hoe diep de extremistische wortels hier zitten die minister van Binnenlandse Zaken Jambon wil komen uittrekken. Ik heb wel gemerkt dat heel wat mensen zich hier schamen voor wat er gebeurd is, terwijl zij dat niet hoeven te doen. Bij deze wil ik hen een hart onder de riem stoppen.

Tot slot doe ik nog een oproep: zij die nog interessante scherven (lees: achtergrondstukken) hebben liggen die me kunnen helpen alles beter te vatten, mogen die hieronder altijd delen.